BOEKENWEEK 2020 | Signeersessie Özcan Akyol, schrijver van het Boekenweekessay 'Generaal zonder leger'.
Schrijvers in overvloed vandaag de dag. Als generaals menen zij het grote publiek aan te voeren en met hun boeken iets teweeg te brengen. Maar de literatuur bestaat tegenwoordig uit generaals zonder leger, uit schrijvers zonder overtuigingskracht en publiek, uit boeken die nog geen deuk in een pakje boter slaan.
Waar zijn ze toch gebleven, de rebellen en dwarsdenkers onder de schrijvers? Dat wil schrijver en columnist Özcan Akyol weten. Ooit raakte hij betoverd door de literatuur dankzij de onaangepasten die – zonder reden – voor opwinding zorgden en de schrijvers die met hun polemische stijl werkelijk iets teweegbrachten. Maar er is nog maar weinig literatuur die de sociale klasse en identiteit van de schrijver ontstijgt: de moderne auteur richt zich vooral op zijn eigen cocon – de gelijkgestemden. Wanneer gebeurt het nog dat het hele land siddert na een publicatie die de vinger op de zere plek van onze samenleving legt? Het resultaat is dat de rebelse literatuur steeds meer terrein verliest en er voor mediagenieke luchtfietsers ruimte is ontstaan om het intellectuele discours te bepalen.
Waarom moet de literatuur steeds meer genoegen nemen met een rol in de marge? In het Boekenweekessay Generaal zonder leger onderzoekt Özcan Akyol hoe dat komt.
Schrijver en columnist Özcan Akyol (Eus) debuteerde in 2012 met de autobiografische schelmenroman Eus.
Hij nam in zijn eerste televisieoptreden meteen stelling door af te rekenen met de klassieke migrantenliteratuur.
In 2016 verscheen Akyols tweede roman, Turis (ook bij Prometheus). Naast romans schrijft hij columns voor
onder andere AD en de regiotitels, VARAgids en Helden, waarin hij op geheel eigen wijze reageert op de actualiteiten.
Akyol maakt documentaires en schuift regelmatig aan bij actualiteitenprogramma’s.
Op NPO Radio 1 presenteert hij het interviewprogramma Onze man in Deventer.