Huis, gezin en Allah, dat zijn de domeinen van Mohammed Benzakours moeder. Ze is de echtgenote van een Marokkaanse eerstegeneratiegastarbeider. Ze is analfabeet en heeft nooit Nederlands geleerd. Na een herseninfarct belandt ze in een rolstoel, verlamd en zonder spraakvermogen. Ze wordt volledig zorgafhankelijk. Zonder haar zoon, die als tolk en belangenbehartiger optreedt, is ze verloren in een doolhof van ziekenhuizen, therapeuten en zorginstellingen die niet berekend zijn op patiënten zoals zij. Benzakour beschrijft hoe hij zijn yemma Marokkaans voor `moeder langzaam ziet afglijden. Hij haalt herinneringen op aan zijn vroegere moeder, aan wie zij was en wat hij aan haar te danken heeft. Te midden van een schrijnend gevecht tegen cultureel onbegrip en bureaucratie die menswaardigheid in de weg staan, doet Benzakour alles om haar leven enigszins te veraangenamen.
'Wat een prachtig verschrikkelijk boek.'
'Achter je lach prikken de tranen.'
'Behalve een verslag over "een jaar in de hel, al heeft die hel af en toe lichtpuntjes" is het een poëtische liefdesverklaring van een zoon aan zijn moeder.'
Mohammed Benzakour (Marokko, 1972) is naast schrijver ook columnist, journalist, visser, schaker, imker en amateur-astronoom. Van zijn hand verschenen onder meer de prijswinnende roman Yemma (2013) die vanaf 30 september als theaterbewerking te zien is. Daarnaast schreef hij o.a. de bekroonde roman De koning komt (2015), het Berbers spreekwoordenboek 10 op een ezel (2018), en De ogen van Fadil (2020) een fabelachtige verhalenbundel.
Mohammed is essayist voor het Literatuurmuseum en heeft een vaste column in NRC Handelsblad over vissen. Als eigenzinnig opiniemaker stelt hij regelmatig kwesties op het breukvlak van cultuur, religie en klimaat aan de orde.